Vaderschapsverlof ter vervanging van zwangerschapsverlof

Voorwaarden voor het verlof

Toegestaan aan de vader van het kind of aan de ambtenaar met wie de moeder samenwoont op het moment van de geboorte (MAAR: als de vader gebruikmaakt van dit verlof, heeft hij geen recht meer op het omstandigheidsverlof)    

In geval van overlijden van de moeder (tijdens de bevalling of het zwangerschapsverlof):

De ambtenaar brengt zijn administratie binnen de 7 dagen na het overlijden van de moeder op de hoogte en dient (zo snel mogelijk) een uittreksel van de overlijdensakte in.  

In geval van hospitalisatie van de moeder:

De ambtenaar brengt zijn administratie schriftelijk op de hoogte en dient een getuigschrift in dat de duur van de hospitalisatie van de moeder bovenop de 7 dagen volgend op de datum van de bevalling vermeldt, alsook de datum waarop de pasgeborene het ziekenhuis verlaten heeft. 

Duurtijd van het verlof

In het geval van overlijden van de moeder bedraagt de maximumduur ten laatste tot op het einde van de nog niet door de moeder opgenomen termijn van het zwangerschapsverlof  

In het geval van hospitalisatie van de moeder kan het verlof niet aanvangen vóór de 7de dag volgend op de dag van de geboorte van het kind en wordt het verlof beëindigd op het ogenblik dat de hospitalisatie van de moeder ten einde loopt (en uiterlijk op het einde van het gedeelte van het bevallingsverlof dat door de moeder nog niet was opgebruikt).  

Dienstactiviteit en bezoldiging

De ambtenaar blijft tijdens het verlof zijn bezoldiging ontvangen, en de verlofperiode wordt gezien als actieve diensttijd. 

Juridische bronnen

*Ambtenaar die deel uitmaakt van een GOB die valt onder het besluit van 21 maart 2018 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel (Art. 209)  

**Ambtenaar die deel uitmaakt van een ION die valt onder het besluit van 21 maart 2018 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Art. 202)